maandag 3 oktober 2011

oplosingen

Met een beetje vetraging zijn de antwoorden hier.
Op de eerste vraag was het antwoord: 1 op de 36
tweede: 1 op de 913952
derde: 52, 27 ,40 ,1 op 52
vierde: 1000
vijfde: ja
zesde: 3
Ik leg deze even uit omdat dit antwoord moeilijk te begrijpen is:
Je neemt uit de kast een blauwe of rode kous. De tweede is weer een rode of een blauwe kous. Dan heb je bijvoorbeeld 1 blauw en 1 rode of 2 rode/blauwe. Als je er nog een trekt heb je zeker een paar want als ze verschillend waren en je trekt er nog een, dan heb je zeker een paar van het gelijke kleur hebt!

Geen opmerkingen:

onze klas

onze klas
ook het gewone is buitengewoon!